Af en toe komen er in mijn mailbox vragen over hoe ik sta tegenover een of andere online test, of ik die eens wil bespreken op mijn blog, of die relevant of significant is voor autisme, hoe het zit met de betrouwbaarheid, en of die ik al eens ingevuld heb, en wat mijn score dan wel is.

Verwarrende naamgeving

Eén van de vaak vernoemde tests is, na AQ-test, de zogenaamde Aspie-quiz. Het is een test die vrij vaak terugkomt op al dan niet besloten internetfora.

De naamgeving vind ik alvast verwarrend, omdat het niet om een quiz gaat noch ‘aspie’-kwaliteiten meet. Je zou het dus ook gewoon een vragenlijst kunnen noemen die zich richt op mensen die zonder vanachter hun laptop of smartphone te komen willen weten hoe het bij hen zit op vlak van autistische kenmerken.

Wat is de ‘Aspie Quiz’ en wie kan ze invullen?

Deze autismevragenlijst kan u immers zelf invullen als u meer dan 16 jaar bent en minstens een gemiddelde begaafdheid (IQ hoger dan 80) heeft. Ze heeft in de loop der jaren veel herzieningen ondergaan. Vooral hoe goed de vragen zich verhouden tot de antwoorden van gediagnosticeerde personen is veel verbeterd sinds de eerste versie in 2013.

De maker van deze vragenlijst, Leif Ekblad (bekend van zijn ‘autisme neanderthal-theorie’, beweert dat zijn vragenlijst in 150 vragen zowel autistische als neurotypische eigenschappen meet in zes domeinen : talent, perceptie, communicatie, relatie, sociaal en jagen. Je kan op de vragen antwoorden met ‘weet het niet’, ‘nee/nooit’, ‘Een beetje’ of ‘ja/vaak’.

De laatste categorie, ‘jagen’, is er een die geen diagnostisch verband heeft, maar gekoppeld is aan samenwerking versus passief sociaal zijn. De andere vijf domeinen hebben betrekking op onderwerpen die gewoonlijk worden gezien als onderscheidende autismekenmerken, zoals bijzondere interesses, vasthouden van routines en sociale gewoontes. Uiteraard is autisme veel meer dan deze drie kenmerken, en is het beeld dat de maker van deze vragenlijst heeft minstens onvolledig, en volgens sommige autistische mensen zelfs voorbijgestreefd.

Uitkomst van de ‘Aspiequiz’

De AspieQuiz voorziet in een neurodivergente en neurotypische score, en geeft in welke mate de deelnemer neurodivergent of niet-autistisch is op een score van 0 tot 200, neurotypisch  op een score van 0 tot 200 of een beetje van beiden is. Je kan ofwel zeer waarschijnlijk autistisch of neurodivergent zijn, als je neurodivergente score ten minste 35 punten hoger ligt dan je neurotypische niet-autistische score, ofwel zeer waarschijnlijk neurotypisch, als het andersom is, ofwel een beetje van beiden, als je beide scores minder dan 35 verschillen.

De grafische voorstelling is het meest bekend van de Aspie-Quiz. Daarbij worden zowel intellectuele  – en sociale vaardigheden als neurotypische en neurodivergente aard tegenover elkaar gezet. De betrouwbaarheid van de Aspie Quiz is vrij beperkt. Ze zou alleen bruikbaar zijn voor wie een autismespectrumstoornis met ten hoogste ondersteuningsniveau 0 tot 1 heeft.

Zelf invullen en resultaat berekenen

Ik heb zelf de Nederlandse versie van de ‘Aspie-quiz’ ingevuld, via RDOS. Als je mee wilt werken aan de betrouwbaarheid van deze vragenlijst, en jouw resultaten mee wil laten tellen, kan je registreren, maar je bent niet verplicht. Je kan ook direct naar de test gaan met ‘ik aanvaard’ (dat je deze test niet kan gebruiken als officieel diagnostisch resultaat).

Vervolgens kom je op een pagina waarop je jouw geboortejaar, geboortemaand, en (biologisch) geslacht moet invullen om door te gaan naar de vragen. Om te vervolledigen kan je ook aangeven of je autisme hebt, add of adhd, ocd (dwang of obsessief compulsief gedrag) en/of sociale fobie. Uiteindelijk kom je op een lijst van 150 vragen met bovenaan nogmaals de disclaimer ‘deze vragenlijst mag niet worden gebruikt ter vervanging van een professionele evaluatie’. Eenmaal de vragen ingevuld, kan je onderaan op ‘berekenen’ drukken. Op de volgende pagina komt dan je resultaat, in getallen (op 200 herleid) en in onderstaande grafische vormgeving.

Voor mij is dit niet echt een verrassing, ook al vind ik de neurotypical-score vrij hoog. In de nieuwere, Engelse versie van de grafiek staat er trouwens in plaats van ‘Aspie’ gewoon ‘Neurodiverse’. Na het invullen van de 121 vragen van de Engelse versie, kwam ik tot volgend grafisch resultaat. De Engelse versie heeft ook een iets andere achtergrond.

Tot slot: evaluatie van de ‘Aspie-quiz’

De Aspie-Quiz is erg gedetailleerd, kan zelf gescoord worden, heeft een breed scala aan vraag types, er zijn uitgebreide statistische gegevens online beschikbaar en je kan zowel zien hoe autistisch als hoe neurotypisch je bent, zowel visueel, kwantitatief als kwalitatief. De ‘look en feel’ doet eerder oldschool nerdy aan en de vragen zijn vrij voorspelbaar.

De belangrijkste minpunten zijn echter vooral dat een aantal vragen niet verwijzen naar autisme maar naar verwante aandoeningen, en dat het vreemd is hoe de auteur komt aan zijn neurotypische type (die hij associeert met bepaalde beperkingen). De vragenlijst is ook behoorlijk lang, is niet gevalideerd voor klinische settings en is vrij bevooroordeeld ten gunste van een specifieke autismevorm (deAsperger vorm) opgesteld.

De ‘Aspie-Quiz’ is duidelijk vooral ter vermaak en mag niet te ernstig worden genomen. Het beste kan je de score die je hebt van zo’n online test benaderen met een grote dosis skepsis en humor. Veel hangt ook af van je interpretatie van de vragen, de stemming waarin je verkeert bij het invullen en vooral ook waarom je zo’n test invult. Per slot van rekening blijft dit een online test en is diagnostiek toch vooral iets van mensen die elkaar leren kennen via een diagnostisch onderzoek.