Een leven in 140 tekens … autisme en sociale media

Als het om sociale media gaat, is de ‘bio’, de levensbeschrijving, vaak de instinker. Op Twitter moet die beperkt blijven tot 140 tekens. Zo kort, dan voelt mijn leven als een kopvoeter. Nee, schrijven twitterati die er iets van weten, het moet nog korter. Korter dan een elevator pich. Onbevangener dan een ‘about me’. Stilistisch uniek en net genoeg.
Een mengsel van vaktrots en zelfspot. Bijziend als het op hokjes aankomt en reukblind voor al die geurtjes die je moeten afleiden van je talenten. Veelzeggend, maar niet overcompleet. Met een tikkeltje humor maar niet lachwekkend. Bij voorkeur in de taal van je volgers. Niet volgepropt met gemeenplaatsen. Met persoonlijkheid. Verrassend. En vooral: geschreven door mensen die zichzelf (anders dan hun werk) niet al te ernstig nemen.
Zoals deze misschien : “Grey-haired but not old-fashioned. Passionalte about autistic thinking, cycling and bow ties. Loves to interpret things out of context”. Of deze: “Boven-gemiddelde onhandig. Heeft de beste man ooit. Super passief maar je kent me wel.” En dan zijn er tussen mijn volgers op Twitter ook mensen die zich verfrissend relativeren: “Luister schat, wat ik hier ook plaats, het is totally in the eye of the beholder”. Of je kan natuurlijk gewoon de ‘baseline‘ van de organisatie waar je bij werkt overnemen, waarom moeilijk doen als het gemakkelijk kan.
Het zijn voorbeelden waar ik me graag door laat inspireren. Mijn eigen Twitter-bio is een keuze van 10 woorden die iets zeggen over de tweets die eronder staan. Het moet dus korter dan op mijn about-me pagina of op mijn linktr.ee-pagina.
In afwachting van een betere oplossing zijn dit mijn tien woorden: Loki: de naam van onze kat. Ervaringswerker: wat ik in het dagelijks leven doe. Ootwee: water, waar ik een haat/liefde-verhouding mee heb maar ook de naam van het samenwerkingsverband waar mijn autismecoach werkt. Koddig Koala: mijn ‘totem-naam’. Tistje: de naam van mijn blog. Roos: mijn liefste. Autistisch gelukkig: het eerste boek. Gedurfde vragen: mijn tweede boek. Albright’s: mijn (andere) handicap die mijn leven beheerst. Sterkmakers: de organisatie waar ik in het tijdschrift schrijf en straks misschien ambassadeur in autisme voor ben.
Iemand gaf me onlangs de tip ze te veranderen in ‘Lekker autistisch mysterieus’. Hoe ze daar precies toe kwam, heb ik haar nog niet gevraagd. Lekker autistisch? Lekker Mysterieus? Of gewoon lekker? Misschien laat ik het toch maar zoals het nu is. Met af en toe een kleine verandering.