‘Soms zijn mensen die de diagnose autisme krijgen eigenlijk gewoon bijna doof’ … autisme en doofheid

Je hoort bijna nooit iets over doof (pun intended). Terwijl we met heel veel zijn. Maar waar je je heden ten dage niet meer kunt uitrekken zonder iemand in zijn gezicht te slaan die lijdt aan autisme en daarover een boek of een film over aan het maken is, en aan talkshowtafels een keur aan aandoeningen de revue passeert, blijft doof- en slechthorendheid een onderwerp waarover je blijkbaar niet spreekt onder nette mensen.
Toen mijn kind naar school moest, begon het: met andere moeders aan het schoolhek, speelafspraken, telefoontjes. Situaties escaleerden zo snel dat ik onophoudelijk achter de feiten aan liep. Een onevenredig gedeelte van de tijd schoot ik in een soort crisismanagement, in pogingen om rafelrandjes glad te strijken, het ongemak weg te halen, ongedaan te maken wat ik onbedoeld veroorzaakte, maar waar ik op geen enkele manier de vinger achter kon krijgen. Ik begon mezelf te verdenken van een autistische persoonlijkheidsstoornis.
Je opgelaten voelen in gezelschap, sociale blunders, constante ongemakkelijkheid: het leek een logische conclusie. Dat schijnt vaker voor te komen trouwens. Dat mensen die de diagnose autisme krijgen eigenlijk gewoon bijna doof zijn, en dat het daardoor komt dat ze een beetje merkwaardig reageren. Nu ik weet wat er aan de hand is, kan ik het verklaren, maar toch kom ik nog steeds in situaties terecht waarin onvermoede niveaus van pijnlijk moeiteloos worden gehaald.
Manon Spierenburg, schrijver, columnist en scenarist, schreef in 2021 in De Volkskrant de column Doof, over hoe het leven steeds stiller werd om haar heen. In De Volkskrant van 24 oktober 2022.