The Bridge

Autisme lijkt een stoornis van fascinatie geworden. Zowel in films als op televisie. In veel televisieseries duiken tegenwoordig personages op met (verondersteld) autisme.

Meestal blijft het in televisieseries echter bij een bijrol. Iemand die even in de serie komt en dan weer weggaat. Zoals de dokter met autisme in Grey’s Anatomy.

In films zijn er wel hoofdpersonages en wordt het thema autisme duidelijk vermeld. Maar dan wordt autisme wel overwegend negatief gestereotypeerd. In het stuk ‘Van Rain Man tot Mozart … en terug?’ wordt hier dieper op in gegaan.

Iedere tv-serie zijn eigen autist?

In sommige televisieseries, zoals Bones en House M.D., worden personages weliswaar gelabeld door een bepaald deel van het publiek, maar wordt het autisme in de serie zelf niet uitdrukkelijk vermeld. Kijkers zoeken naar rolmodellen en voorbeelden om naar op te kijken.

Op autismefora (en op Wikipedia) zijn de lijstje van en commentaren over fictionele karakters met vermoedens van autisme intussen niet meer bij te houden. Sherlock Holmes, Monk, Spencer Reid in Criminal Minds, Robert Goren in Law & Order, Abby Sciutio in Navy NCIS, Columbo, Dr. House in House M.D., Dr. Brennan en Zack Addy in Bones … de opsomming is schier eindeloos.

Van autistisch over autistiform naar neoliberale beschuldigingen

Volgens sommigen is er in elke politieserie wel een autistisch personage, volgens anderen is er in geen enkele serie iemand met ook maar een vermoeden of trekken van autisme te bespeuren.

De meer belezen autisten spreken dan weer over autistiforme stoornissen met comorbide indicatie of uiten hun walging over de labeling door een neoliberaal televisie kijkend publiek dat de beschuldigende toer op gaat.

Maar wat is er van aan, is er iets van het autisme te herkennen en is de beeldvorming ook enigszins realistisch en/of positief? Dat is de bedoeling van dit stuk. Het wil ook een vervolg zijn op het stukje dat reeds verscheen op de mediawatch-site Handiwatch van GRIP.

Een analyse voor de krant

Naar aanleiding van de première van de Zweeds-Deense krimi The bridge (Zweeds: Bron, Deens: Broen), die afgelopen zaterdag op Canvas van start ging, vroeg de Vlaamse krant De Standaard een aantal mensen, waaronder mezelf, naar een reactie en een analyse.

The bridge is dé te volgen en uitermate spannende serie van dit najaar. Deze Zweeds-Deense-Duitse coproductie speelt zich af in Kopenhagen en Malmö, twee steden die verbonden zijn door de Oresund-brug.

In het begin van de serie gaan de straatlichten bijna een minuut uit, waarna pal in het midden van de brug, op de grenslijn tussen Zweden en Denemarken, een vrouwenlijk ligt. Twee politie-inspecteurs, de Deen Martin Rohde en de Zweedse Saga Noren, worden op de zaak gezet. Ze hebben elk zo hun eigen manier van aanpakken: de Deense stijl is los, de Zweedse meer beregeld.

De stilistisch knappe brug is natuurlijk meer dan decor. Het is niet alleen een metafoor voor culturele verschillen en verbanden. Het staat ook voor de emotionele connectie die beide politie-inspecteurs in hun werkrelatie proberen te smeden. En daarnaast ontleedt The bridge ook verbanden tussen persoonlijke schuld en maatschappelijke medeplichtigheid en tussen het heden en het verleden. Er worden kortom bruggen gelegd tussen landen, culturen en karakters van individuen.

Maatschappelijke misstoestanden aan de kaak gesteld

Samen met de schitterende fotografie, en karaktervolle muziek (van Choir of Young Believers, een aanrader), is ook de inhoud en de beeldvorming opvallend sterk. Niet enkel de thematiek, die doet denken aan de film Se7ven, waarin een moordenaar doodt volgens de zeven hoofdzonden.

De moord op de brug is dus slechts het begin, ze hebben te maken met een seriemoordenaar met een agenda. Hij wordt gekend als de Waarheidsterrorist, een man die misdrijven pleegt om een sociale boodschap over te brengen. En dat doet hij met heel wat geweld. Het gaat er soms behoorlijk gruwelijk aan toe, met af en toe expliciete seks en wat geweld. De sterk uitgebouwde karakter van de hoofdfiguren maakt echter de serie net iets anders dan alle andere.

In The bridge blijven de zonden achterwege maar worden vijf maatschappelijke mistoestanden aan de kaak gesteld, op een even originele als gruwelijke wijze. De ongelijkheid voor de wet, de onwetendheid over thuisloosheid, extreme besparingen en ‘vermaatschappelijking’ van de psychiatrie, falende inclusie tegenover migranten, en onverschilligheid tegenover kinderarbeid.

Daarbij worden alle machten betrokken die er vandaag toe doen: de vierde macht (de pers), het internet, het maatschappelijk werk (en het doelgroepenbeleid), psychotherapie, de politie, de medische wereld (orgaandonatie) … maar vooral de persoonlijke vertrouwensband, en dan specifiek de band tussen collega’s, tussen man en vrouw, en door alles heen die tussen ouder en kind.

Tegen de klassieke beeldvorming in

The bridge is dus vooral een serie waarin ethische dilemma’s samen komen met spannende crimi, en een knappe vrouwelijke inspecteur met (vermoeden van) autisme.

Die iedereen de ogen uitsteekt en intrigeert. En veel herkenning opriep bij mensen met autisme in Scandinavië en daarbuiten. Vermoedelijk omdat het hoofdpersonage Saga Noren, tegen de klassieke beeldvorming van een autistische vrouw lijkt in te gaan.

Extreem geëngageerde en goed georganiseerde succesvolle werknemer

Saga Norén (Sofie Helin) is immers mooi, blond en alleen. Ze is intelligent maar ze lijkt niet te passen in haar omgeving. De argeloze kijker zal haar misschien in het begin als een koude, contactgestoorde, wereldvreemde, humorloze, hyperrationele en alles letterlijk nemende ijskoningin zien.

Haar baas geeft echter uitdrukkelijk aan blij te zijn haar in zijn team te hebben, hij ziet in haar een extreem geëngageerde en goed georganiseerde succesvolle werknemer met duidelijke doelstellingen. Haar collega’s van hun kant vinden haar wel een ‘een beetje raar’ maar bovenal een goed inspecteur. En bij andere politieteams wordt over haar gesproken als iemand die efficiënt is en enorm veel zaken oplost.

Niet met zoveel woorden gezegd maar toch iets van aan

Hoewel nergens (in de serie) gesproken wordt dat zij autisme zou hebben, is er bij heel wat mensen met autisme (en de aspergergemeenschap) herkenning.

Sofie Helin, de actrice die de rol vertolkt, zegt daarover in het weekblad Humo: ‘Het wordt niet met zoveel woorden gezegd, en Saga is zich zelf van geen kwaad bewust, maar volgens de schrijvers lijdt ze aan het syndroom van Asperger. Dáárdoor weet ze vaak niet hoe ze zich tegenover anderen moet gedragen. Ze is zich gewoon niet bewust van de regels en geplogenheden die de wielen van de sociale omgang draaiende houden.’

Vooral knap is dat haar personage realistisch blijft, geen label opgekleefd krijgt maar ook de nodige kwetsbaarheid blijft uitstralen.

“Norén mist rigiditeit” (Peter Vermeulen)

Volgens Peter Vermeulen mist Norén één belangrijk kenmerk: rigiditeit, repetitiviteit.

‘Autisten houden ongelooflijk vast aan rituelen. Ze hebben vaak ongewone fixaties en hebben sensorische problemen. Dat zie ik bij Saga niet. Ze wil de politiezaak absoluut oplossen, maar dat is typisch voor mensen die zo’n job hebben. En wat ook niet klopt: als een vrouw inderdaad zo intelligent is, zou ze haar autisme veel beter camoufleren. Vooral bij vrouwen merk je vaak nauwelijks iets op van hun autisme. Ze leren zichzelf de sociale regels aan.’

Een tegenpool van Martin in alle opzichten

Of het hoofdpersonage in The bridge nu autisme heeft of niet, vind ik zelf niet het belangrijkste. Ze blijft vooral de tegenpool van de Deense collega Martin Rhode, die er eerst was in het verhaal en samen met de collega’s van Saga ‘de neurotypicals’ vertolkt.

In die zin is het karakter van Saga Noren vooral een originele vertolking van het ‘anders-zijn’. Dat staat in meeste beeldvorming in (volkomen negatief) contrast met een of meerdere personages die (positief) ‘de norm’ vertolken.

Zoals in veel beeldvorming over anders-zijn (waaronder autisme) wordt er ook hier gebruik gemaakt van veralgemening (de veronderstelling dat bepaalde kenmerken vanzelfsprekend bij ‘anders-zijn’ dat autistisch is horen), onderscheidende eigenschappen (om een vervreemdend effect te scheppen) en bepaalde stereotypes (intelligentie, savant-trekken, de beperkingen overstijgen) .

Die stereotypes geven vooral aan wat aanvaardbaar is en wat niet. Waar The bridge volgens mij in verschilt van andere beeldvorming (op televisie en in de fillms), is dat de stereotypes hier niet uitsluitend negatief zijn. Saga is niet uitsluitend briljant, maar kent ook kwetsbaarheden. Ze werkt weliswaar hard – wat een stereotype kan zijn (niet alle autisten werken hard), maar dan wel een positief stereotype.

In veel beeldvorming van mensen met autisme komt ook het ‘overwinnen’ van hun autisme aan bod, hier is dat duidelijk niet het geval. Saga leert weliswaar, maar vervalt af en toe, en er is geen harmonische groeicurve. Bovendien is er een groeiend bewustzijn, wat in veel andere voorbeelden van beeldvorming niet het geval is.

Dat zou ook kunnen verklaren waarom een aantal deskundigen het personage Saga Norén niet als autistisch omschrijven. Ze voldoet immers niet aan hun klassieke beeldvorming.

Maar of ze nu autisme heeft of niet, voor mij is dat eerder onbelangrijk. Belangrijker is dat de beeldvorming en vooral het personage zelf goed zit.

‘Je mag me altijd bereiken’

Zelf zie ik bij Saga Noren overigens wel rigiditeit (strikt houden bij sjablonen als ze slachtoffers of daders ondervraagt, wat hun situatie ook is) en sensorische problemen (afgesloten kledij, de oortjes van haar gsm, ruiken aan t-shirt vooraleer ze aan te doen, …). Maar ik ben uiteraard geen autismedeskundige (en heb ook geen ambities daarin).

Waar ik Peter Vermeulen wel in volg, is dat ze zeker niet harder werkt dan andere rechercheurs.

Saga’s tegenpool, Martin, lijkt dan toch eerder een luiwammes, en zou in andere teams al gauw aan de deur staan. Het is toch normaal dat ze dag en nacht werkt, tot het af is? Ook al betekent dit dat ze om half vier ’s nachts belt om iets na te trekken.

Zeker als haar Deense collega haar zei: ‘Je mag me op dit nummer altijd bereiken’. Ik was vooral verbaasd dat Martin niet meteen zijn bed uitsprong.

Bovendien kan ik Cis Schiltmans van de Vlaamse Vereniging Autisme bijtreden in haar uitleg : ‘Ze gaat pas slapen als haar lijstje afgewerkt is. Martin moet haar een duidelijke uitleg geven waarom half vier niet het goede moment is. Niet zeggen dat hij het later zal oppakken, want wat betekent later? Meer iets van: ‘komt er iets in gevaar als ik niet meteen reageer?’

Labelen van een fictioneel karakter blijft lastig

Met een fictioneel karakter is het trouwens quasi onmogelijk te zeggen of ze autisme heeft of niet. Fictionele karakters zijn per definitie immers onvolledig. We zien hen voor een korte periode, in een context waar hun persoonlijkheid in dienst staat van een plot. Dat de complexiteit van autisme tot in het detail weergegeven zou worden, is volgens mij een te hoge verwachting. Regisseurs die dit in het verleden geprobeerd hebben, kwamen vooral uit bij (veelal negatieve) stereotypes.

Belangrijker voor mij is dat mensen met autisme (en hun omgeving) zich herkennen of positieve stimuli ervaren om uitdagingen in het leven op te nemen.

Saga functioneert in een omgeving met gewone mensen, in het dagelijkse leven. Ze ziet er goed uit, ze is zelfbewust, ze rijdt met een ‘vintage’ Porsche. Het is geen slachtoffer. Het is een doorbraak in de zin dat het gaat om een vrij normale vrouw en geen halve gek.

Of zoals Cis Schiltmans van de Vlaamse Vereniging Autisme zegt: Het fijne is dat ze ingekaderd wordt. Ze heeft scherpe kanten, maar haar omgeving werkt die af, in plaats van haar te willen veranderen. Haar Deense collega doet het sociale werk. Dat is niet onrealistisch: ik ken een autistische vrouw die alle slecht-nieuwsgesprekken doet, waarna haar collega’s het overnemen. Wij vinden het belangrijk dat deze serie inzoomt op de samenwerking van Saga met anderen. En je ziet dat ze zoekt hoe ze zich kan verbeteren. Ze gaat na welke prioriteiten gesteld moeten worden.’

Een ondoorgrondelijke vrouw …

Saga benadert in elk geval het leven anders: ze legt zich niet neer bij gewoonlijke beleefdheden of verstaat ze niet.

‘Heb je kinderen’, vraagt haar politie-sidekick Martin, een joviale Deen met een gezin. ‘Nee. Waarom zou ik die moeten hebben?‘. Waarop hij lachend zegt ‘dat is wel een originele vraag.’ Waarop zij nuchter terugkaatst ‘er zijn er wel meer dat ze zich zouden moeten stellen.’ Voor een koetjes – en kalfjesgesprek over de kinderen moet hij tijdens de werkuren duidelijk niet bij haar zijn. En terecht … op het werk vooral werk gerelateerde gesprekken.

Niemand lijkt dicht bij Saga te komen. In De Standaard wordt ze dan ook een ‘ondoorgrondelijke vrouw’ genoemd. Dat zie ik vooral als iets positief, als fascinerend. Elke vrouw, en bij voorkeur mijn vriendin, is voor mij ondoorgrondelijk vanaf een bepaald niveau. Bovendien zit er erg veel logica in haar gedrag. En iemand volledig te kunnen doorgronden, door en door te kennen, is toch maar een kwalijke illusie, vind ik.

Voor een snelle wip even naar het café … het avondje uit van een autiste?

De meest besproken scène, verderop in de serie, is wanneer ze ’s avonds op café gaat. Alleen, uiteraard. Na het lezen van voor haar opwindende lectuur. Een man die haar wel ziet zitten voor een wip, wil het ijs breken. ‘Drink je iets?’ Nee, zegt ze, ik heb geen dorst. Wat een logisch antwoord lijkt op een logische vraag. Waarop hij, tot haar verbazing, weg gaat. Ze gaat op haar beurt dan naar hem toe. ‘Maar als je seks wil, mag je meekomen.’

In De Standaard noemt Peter Vermeulen, deskundige bij Autisme Centraal dit een voorbeeld van contextblindheid. ‘Ze snapt niet dat de vraag om iets te drinken een omweg is om haar te versieren, omdat ze problemen heeft met sociale communicatie. Ze begrijpt taal heel letterlijk.’

Hoewel ik me daarin heel goed kan vinden, is het ook mogelijk de scène vanuit een culturele invalshoek te bezien.

Sofia Helin merkte in interviews immers op dat ze over die scène in Zweden amper commentaar krijgt. ‘Ik denk dat wij Zweden sowieso minder pudeur kennen op seksueel vlak. Ik krijg thuis in elk geval veel minder reacties op die scène dan in het buitenland.’

Verrast door onlogische reacties

Wat voor mij opvalt is dat Saga veelal verrast is door de reacties van andere, die vanuit haar denken onlogisch lijken (en ook vaak onlogisch zijn). Ze is bovendien een vrouw die erg nauwgezet regels respecteert en weinig of geen schaamte lijkt te hebben over haar lichaam en seksualiteit. Ze lijkt zich ook niet bewust van hoe anderen hierop reageren of dit zien.

Signalen van anders-zijn … logisch te verklaren

Anders dan bij andere series of films, is er hier wel een evolutie zichtbaar in het personage. Saga evolueert en leert omgaan met haar contextblindheid.

In het begin ligt haar anders-zijn er vingerdik op: de veranderingen van t-shirt, haar genadeloze directheid en extreme openheid, nachtelijke telefoontjes, striktheid in regels, … het is voor de neurotypische kijker wellicht even wennen.

Sommigen vinden het irritant, anderen lachwekkend, en bepaalde (mannelijke) kijkers misschien gewoon vreemd en slecht geacteerd. Naarmate de serie vordert, wordt Saga sympathieker en het verhaal ook duidelijker (naar mijn gevoel).

Toch zijn al deze signalen van ‘anders-zijn’ best logisch te plaatsen.

Zo lijkt het me volkomen normaal dat een ambulance (zonder zwaailichten of sirène) niet zomaar dwars door een crimescene mag rijden. Ook al gaat het om een harttransplantatie. De regel is immers dat je de plaats van de misdaad niet mag vervuilen. Er is niet gezegd dat de patiënt in levensgevaar is. En de Deense collega van Saga stapt zomaar op Zweeds grondgebied de ambulance doorlaten. Hij gaat daarmee zijn boekje te buiten. Het is normaal dat ze de ambulance tracht tegen te houden.

Een slecht nieuwsgesprek

Een volgend voorbeeld uit de eerste serie is als Saga naar de familie van een slachtoffer een slecht nieuwsgesprek moet voeren. Haar baas maant haar aan het voorzichtig aan te doen.

‘Waarom’, vraagt Saga, ‘er zij toch niet veel manieren om het te zeggen?’. Je kan het slecht nieuws maar beter direct overbrengen, niet te dramatisch maar ook niet te omzwachteld. Je verspilt daarmee je energie en het nut voor de ontvanger is quasi nihil.

Liever langskomen dan via mail of telefoon … raar

Wanneer haar Deense collega in plaats van zijn verslag te mailen, absoluut naar haar toe wil komen (zonder reden), is ze eerst (terecht) zeer verbaasd. Ze vindt het gek dat Martin zomaar op haar bureau wil komen. Alleen maar omdat er bij hem niemand is om mee te praten. Terwijl hij zich de rit zou kunnen besparen, het via telefoon of mail kunnen doen. Maar als ze observeert dat haar baas het goed vindt, herpakt ze zich.

De ongegeneerde t-shirtwissel

Dan wisselt ze ongegeneerd van t-shirt. Ze doet dat in de serie tot twee keer toe. Dat is volgens mij een ritueel. Als er iemand vreemd binnenkomt in haar levenssfeer, verandert ze van shirt. Ze ruikt er ook aan, misschien om te zien of het wel gewassen is met een wasmiddel dat geen irritatie wekt. Dat doet Saga nadat Martin telefoneert dat hij komt en als het duidelijk wordt dat ze naar de journalist moet die in contact staat met de moordenaar.

Waarom een pluimpje ontvangen als je doet wat je moet doen … ?

Ook als het aankomt op een pluimpje, waardering geven aan haar collega’s en die ontvangen, heeft ze een andere visie dan haar Deense collega. Hij zegt af en toe, zonder veel inhoud, dat anderen hun werk goed doen. Zij vindt dat je werk goed doen is normaal, en hoeft daar volgens haar niet voor geprezen worden. Maar ze heeft er wel oog voor als dit de werkrelatie ten goede komt, en doet het later (enigszins gekunsteld) naar haar collega’s toe.

Iets verzwijgen voor een goede collega … een leugen of niet de hele waarheid vertellen

Een laatste mooie voorbeeld vond ik het moment dat Saga van Martin iets moet verzwijgen voor een collega waarmee ze een vertrouwensband heeft. Ze zegt dat ze niet graag tegen die collega ligt. Voor Martin is niet de hele waarheid vertellen echter niet liegen. Het is gewoon verzwijgen wat niet belangrijk is op dat moment. Zij heeft het daar moeilijk mee. Het is herkenbaar dat zodra ik informatie heb die waarheid is binnen mijn logica ik die wil of moet delen met de mensen waarmee ik close ben.

De (ongeschreven) regels …

Het wordt vooral vertederend te zien hoe Saga worstelt met de (ongeschreven) regels die er volgens haar, naar waarheid gezegd, niet zijn. Of liever: het gebrek van respect van haar Deense collega Martin voor die regels. Het is ook opmerkelijk dat hij zich steeds meer degene wordt zonder empathie, en vaak, ondanks Saga’s protest, doorgaat met wat hij wil (en daardoor in onmogelijke situaties terecht komt).

Een groot bewustzijn en veel meeleven … meer dan op ’t eerste zicht

Interessant is ook dat ze zo verontrust is of ze wel voldoet aan de verantwoordelijkheid die bij haar job hoort om haar collega Martin te beschermen. En dan niet omdat ze denkt aan de schade die het zou kunnen betekenen voor haar carrière.

Ze mag dan niet sterk zijn in sociale situaties maar ze is zich wel steeds meer bewust van haar eigen beperkingen, Zo is ze bewust dat ze niet geschikt is voor leiderschap, niet omdat iemand haar dat verteld heeft maar gewoon omdat ze het weet. Ze denkt ook dat ze niet goed is in het liefje zijn.

Haar directe houding en sociale onhandigheid betekenen niet dat ze niet meeleeft. Ze geeft heel wat om wat haar baas denkt (ze kijkt hem ook aan of het ok is wat ze zegt) en in ’t begin minder wat langzamerhand meer en meer wat Martin denkt.

Martin, gedoemd om met zijn ballen bezig te blijven …

Arme Martin, dacht ik vaak. De brave man lijkt gedoemd met zijn ballen bezig te blijven, en hoe hij het best omgaat met de consequenties van wat daaruit voortkomt.

Zijn vrouw voor de zoveelste keer zwanger, zijn hormonen die hem vreemd doen gaan, zijn verleden die hem op de hielen zit, zijn zoon een totale nachtmerrie, zijn baas minder verontrust over een moordenaar dan goede public relations … hij blijft er ondanks alles goed gestemd over.

Intussen blijft hij lachend van verbazing – een gek lachje trouwens – starend naar de acties van zijn nieuwe partner en haar voor hem eerder vreemd perspectief op de wereld.

Een ontluikende empathie of eerder een meester in imitatie, camouflage en compensatie?

Naarmate de serie vordert en de relatie tussen de twee zich ontwikkelt, voelt het of Saga veel beter is in inlevingsvermogen. Ze is meesterlijk in imitatie, camouflage en compensatie van wat Cis Schiltmans sociale naïviteit noemt.

‘Je ziet dat ze voortdurend observeert om te weten wat ze moet doen. Die kwetsbaarheid maakt haar ook charmant, want er zit geen greintje slechtheid in haar. Als ze iemand kwetst, is het uit onbeholpenheid. Wanneer Martin bars vraagt of zijn zoon bij haar geslapen heeft, zegt ze gewoon ‘ja’. Ze heeft niet door dat hij daardoor denkt dat zijn zoon mét haar geslapen heeft, wat ook niet zo is.’

Ze doet het wel met zoveel energie dat je je afvraagt waar ze die blijft halen. Vooral dan in haar job en de moordenaar. Hoewel ze van Martin heel wat trucjes leert. Zoals een leugentje om bestwil vertellen om iemands gevoelens te sparen. Al snapt ze niet goed waarvoor dat eigenlijk nodig is.

Saga Norén en Temperance Brennan … enigszins vergelijkbaar maar toch niet helemaal

Op vlak van sociale onhandigheid zou Saga vergeleken kunnen worden met het personage Temperance Brennan uit de serie Bones, maar Saga is toch iets beter uitgewerkt.

Er wordt in The bridge ook nooit neergekeken op Saga voor haar manier van doen wat soms wel het geval is bij Bones. Haar karakter is in elk geval geschreven en geacteerd met empathie en realisme.

Maar dan al het harde werk ongedaan gemaakt …

Haar pogingen om in het sociaal landschap van haar werk te navigeren en een prettige werkrelatie met Martin na te streven, vertederen zonder twijfel.

Toch blijft haar anders-zijn haar parten spelen, ondanks alle compensatie, camouflage en inzet om zorg te dragen voor anderen in haar verhoudingen met hen. Zo wordt al het harde werk aan haar goede verstandhouding met Martin onbewust ongedaan gemaakt op het moment dat Martin’s zoon bij haar inslaapt.

Op zo’n momenten breekt haar camouflage. Zelfs als ze een duidelijk balende collega ziet, verstaat ze gewoon niet wat er daar nu zo raar aan zou kunnen zijn. Twee mensen die naast elkaar in bed liggen, zonder dat er iets gebeurt, is dat nu vreemd?

Martin veronderstelt wel dat twee mensen van een ander geslacht die naast elkaar in bed liggen automatisch seksueel verkeer hebben. Voor en bij Saga is echter niets vanzelfsprekend. Zoals het voor haar niet vanzelfsprekend is dat er bij seks altijd een relatie moet bij komen. Betekenisloze, hevige seks kan best. Zeker omdat Saga het inzicht heeft dat ze niet goed dient als vriendin. Ook Martin heeft trouwens seks zonder een relatie, maar bedriegt dan wel iemand anders, zijn vrouw, ermee.

De mooiste momenten: de details

De mooiste momenten in de serie zijn vaak de details en de doordenkertjes. Bijvoorbeeld wanneer Saga suggereert dat de moordenaar Deens zou kunnen zijn en Martin in het verweer gaat. Daar begrijpt zij niets van omdat het voor haar het meest logische scenario is. Ze is niet geremd door enige vorm van nationalisme.

Tot slot: hoe een moordenaar te vangen

Elders heeft onze steeds sexy geklede heldin een interessante kijk op hoe ze de moordenaar moet vangen: “Ik zie het niet als een race. Wanneer we genoeg informatie hebben, zullen we op dezelfde plaats zijn op dezelfde tijd”. Waarmee ze, al vroeg in de serie, sneller dan de anderen, het profiel, beroep en verwantschap van de moordenaar kent.

The bridge is te zien elke zaterdagavond rond 22h op Canvas en als dvd-box verkrijgbaar.

1 Comments »

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.